Dik Kruis is actief als vrijwilliger voor onder meer de werkgroep bekostiging. Hij houdt de ontwikkelingen rondom de inkoop van stollingsmiddelen door de hemofiliebehandelcentra nauwlettend in de gaten. In zijn maandelijks blog deelt hij de actuele stand van zaken en zijn visie met je.
De tweede ronde is begonnen. Voor de goede verstaander, het gaat niet over wielrennen of over rondjes bier. Nee, ik heb het over de inkoop van stollingsmiddelen door de hemofiliebehandelcentra (HBC’s). In 2017 was de eerste ronde. Door samen in te kopen, wilden de HBC’s een veel lagere prijs bedingen.
De NVHP was bang voor een allesoverheersende rol van de prijs en onvoldoende oog voor kwaliteit. Samen met de behandelaren lukte het om het kwaliteitsniveau van de producten in ieder geval te handhaven. De prijs ging tientallen procenten naar beneden. Op grond van een evaluatie hebben we moeten constateren dat er grote besparingen zijn behaald door de ziekenhuizen en door de verzekeraars. Zorgverbetering voor de patiënt was veel minder merkbaar, maar het was wel de meewerkende patiënt die de besparingen mogelijk maakte
De tweede ronde
Ik vraag me nu af wat deze ervaring betekent voor de tweede ronde waarvan de voorbereidingen al even gaande zijn. De huidige contracten lopen medio 2021 af. Het zou mooi zijn als eind 2020 bekend is bij welke leveranciers de HBC’s kunnen inkopen. Hoe zouden de verschillende partijen op de ‘stollingsmiddelenmarkt’ met deze tweede ronde omgaan?
De positie van de NVHP is helder dankzij haar evaluatie. Ze wil betrokken zijn en rechtstreeks met de inkopers – verenigd in de Inkoopcombinatie Ziekenhuis Apotheken Academische Ziekenhuizen (IZAAZ) – overleggen; waar mogelijk zoekt ze samenwerking met de NVHB. De NVHP wil zorgverbetering die merkbaar is. Het belangrijkste daarbij is dat in de komende periode de zogenaamde langer werkende producten de standaard worden.
Ziekenhuizen
Mijn inschatting van de ziekenhuizen is dat ze vooral hun vrijheid van handelen willen behouden. Gezamenlijke afspraken vertalen zich niet altijd door naar de individuele HBC’s die hun eigen autoriteit koesteren. Overigens betekent dat niet altijd dat men de verkeerde keuze maakt. Wel zagen we de ‘prijs’ soms de behandelkamer binnen zweven en de keuzen van de behandelaar bepalen.
De farmaceuten hebben hun mening afgelopen jaren wel kenbaar gemaakt. Het inkoopproces moet beter. De Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen heeft een brochure gemaakt hoe naar hun idee een inkoopproces vorm moet worden gegeven. Het sluit aan bij de kritiek die ook de NVHP op het proces in 2017 had. Maar het is de IZAAZ die verantwoordelijk is voor het proces.
Verzekeraars
De verzekeraars staan nog aan de zijlijn, maar zijn misschien wel de machtigste partij. Een inkoopproces is eigenlijk heel merkwaardig en complex. Voor de ziekenhuizen is op zich de prijs die aan de farmaceut moet worden betaald niet het belangrijkste. Voor de ziekenhuizen is het saldo van enerzijds de inkoopprijs en anderzijds de vergoeding die ze terugkrijgen van de verzekeraars het belangrijkste resultaat. De verzekeraar ‘bepaalt’ min of meer welke vergoeding ze ‘redelijkerwijs’ aan het ziekenhuis wil vergoeden.
En de IZAAZ zelf? Voorlopig is ze welwillend, wil graag input krijgen en staat positief tegenover een inbreng van de patiëntenorganisatie. Maar wat ze er mee gaan doen, dat vraag ik me nog af.