Dik Kruis is actief als vrijwilliger voor onder meer de werkgroep bekostiging. Hij houdt de ontwikkelingen rondom de inkoop van stollingsmiddelen door de hemofiliebehandelcentra nauwlettend in de gaten. In zijn maandelijks blog deelt hij de actuele stand van zaken en zijn visie met je.
De coronatijd levert ons veel leermomenten op over de gezondheidszorg in Nederland. Dat geldt ook voor de hemofiliebehandeling. Veelbetekenend was de moeizame wijze waarop ziekenhuizen tot samenwerking kwamen en informatie open uitwisselden. Ja, maar we beslissen zelf, hoorde je bijkans ziekenhuisbestuurders sputteren. Nog moeilijker was het om tot een verdeling van beschermingsmateriaal te komen.
Zelf beslissen
Bij het inkoopproces van stollingsmiddelen zijn deze elementen ook herkenbaar. Zes ziekenhuizen kopen gezamenlijk in, zolang ze maar volledig zelf kunnen blijven beslissen. Centrale aansturing ontbreekt. Binnen Europa is Nederland een van de zeer weinige landen waar de overheid geen rol speelt bij de aankoop van dure stollingsmiddelen. Maar al bij de ontdekking in 1983 van het HIV-virus, bleek dat de overheid eigenlijk niet aan de kant kan blijven.
Vertraging door corona
De coronacrisis trekt diepe sporen. Bij de ziekenhuizen zijn apothekers en inkopers druk geweest met de aanschaf van uiteenlopend materiaal. De urgentie stond centraal en niet de prijs. Stuur de rekening maar na, was – denk ik – de houding. De branche zal de financiële gevolgen niet oplossen; dat moet de overheid doen. Tijd voor andere zaken was er niet en dat leidt ook tot enige vertraging in het proces van de uitvraag van offertes aan de farmacie door de iZAAZ. Noot van de redactie: de iZAAZ geeft aan dat de kritieke data in het inkoopproces nog steeds gehaald zullen worden ondanks de coronacrisis.
Monitor dure geneesmiddelen
En dan verschijnt het jaarlijkse rapport over de ontwikkeling van de kosten van dure geneesmiddelen van de Nederlandse Zorgautoriteit. Media en commentaren roepen allemaal hetzelfde. Dure geneesmiddelen kennen in 2018 weer een kostenstijging van 10% en slurpen met een aandeel van 9,5% van de totale kosten een steeds groter deel van de uitgaven op. Wat weinig aandacht krijgt, is een opmerkelijke uitzondering: hemofilie! De uitgebreide cijfers van het Zorginstituut vind je hier.
Van 114 naar 83 miljoen
In 2018 zijn de kosten voor faktor 8 met 11 mln (-8%) gedaald van 93 naar 82 miljoen en in 2019 met 17 (-20%) naar 65 miljoen! Voor faktor 9 zijn de kosten in 2018 gelijkgebleven met 21 miljoen, maar in 2019 gedaald naar 18 miljoen (-16%)! Samen is dat in 2 jaar tijd van 114 naar 83 miljoen. Wat we hier zien is het effect van het eerste gezamenlijke inkoopproces van stollingsmiddelen en waarbij de patiëntenorganisatie ook haar zegje mocht doen. Nee, de spectaculaire kostendaling is niet gerealiseerd door de patiëntenorganisatie, maar zegt wel iets over het ‘teveel’ dat vele jarenlang betaald is aan de farmaceuten.
Prijs-kwaliteit
Hoe belangrijk deze prijsverlaging ook is voor de betaalbaarheid van de hemofiliebehandeling, het zijn de hemofiliepatiënten die de flexibiliteit en risico’s van overstappen naar andere medicijnen moeten opbrengen. Voor de patiëntenorganisatie is dit reden om met kracht te pleiten voor een evenwichtige afweging; we gaan voor een betere prijs èn een betere kwaliteit. Prijs-kwaliteit verhouding is de meest gangbare afweging in aanbestedings-Nederland maar nog niet gemeengoed in hemofilieland. We zullen zien hoever de huidige inkoopprocedure ons brengt. Maar alleen al dat de patiëntenorganisatie aan tafel zit en een bijdrage levert, maakt het proces bijzonder.
Wil je alle blogs van Dik Kruis lezen? Bekijk hier het overzicht.