Demissionair minister Dijkstra voor Medische Zorg wil meer onderzoek naar vrouwspecifieke aandoeningen. Er worden meerdere miljoenen geïnvesteerd in onderzoek gedurende 6 jaar. De minister reageert hiermee op een eerder onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en WOMEN Inc. over vrouwspecifieke aandoeningen. De NVHP is blij met deze stap vooruit omdat ook vrouwen met een stollingsstoornis vaak pas laat de juiste diagnose en/of zorg krijgen.
WOMEN Inc. overhandigde afgelopen week ook het rapport ‘Nationale Strategie Vrouwengezondheid’. In dit rapport wordt opgeroepen tot meer onderzoek naar vrouwspecifieke aandoeningen, zoals hevig menstrueel bloedverlies. Ook de NVHP ondertekende het rapport. “We weten al lang dat het tekort aan kennis over het vrouwenlichaam een enorme impact heeft op het dagelijks leven van vrouwen. Welke partijen ook gaan regeren, een Nationale Strategie Vrouwengezondheid in het regeerakkoord is echt een no-brainer”, aldus Emma Lok, directeur-bestuurder WOMEN Inc.
Taboe doorbreken
Bijna iedere vrouw in Nederland krijgt vroeg of laat te maken met vrouwspecifieke gezondheidsproblemen. Volgens minister Dijkstra is het onbegrijpelijk dat daar zo weinig over gesproken wordt. “Niet alleen moeten we dit taboe doorbreken; ook moeten we ervoor zorgen dat er veel meer kennis over komt. Want zonder deze kennis kunnen we deze aandoeningen niet goed behandelen. Daar mogen we niet langer van wegkijken”, aldus de minister.
Meer aandacht
Demissionair minister Weyenberg van Financiën was ook aanwezig bij de overhandiging van het rapport en benadrukt het belang van meer aandacht. “Meer aandacht voor vrouwengezondheid heeft niet alleen een belangrijke preventieve werking die het welzijn van vrouwen vergroot, het kan ook onnodige kosten voorkomen”, zegt hij. Specifiek voor vrouwen met een stollingsstoornis is bekend dat de diagnose vaak pas na 7 tot 12 jaar wordt gesteld, terwijl mannen de diagnose vaak veel eerder krijgen.